Vleesetende plant

Vleesetende planten hebben een andere verzorging nodig dan gewone kamerplanten. Hier zijn de belangrijkste verzorgingstips:

Licht

De meeste vleesetende planten, zoals de Venus vliegenval en bekervormige planten, hebben veel licht nodig. Zet ze op een zonnige vensterbank met minstens 4-6 uur direct zonlicht per dag. Kunstlicht kan een alternatief zijn als er niet genoeg natuurlijk licht is.

Water geven

Gebruik altijd gedestilleerd water, regenwater of omgekeerd osmosewater. Kraanwater bevat vaak mineralen die schadelijk kunnen zijn. Houd de grond constant vochtig, maar voorkom dat de wortels te lang in stilstaand water staan, behalve bij moerasplanten zoals Sarracenia, die een schoteltje met water kunnen verdragen.

Grond

Gebruik speciale grond zonder voedingsstoffen, zoals een mengsel van veenmos en perliet. Normale potgrond bevat te veel voedingsstoffen en kan de wortels beschadigen.

Voeding

Vleesetende planten vangen hun eigen insecten en hebben meestal geen extra voeding nodig. Als ze binnen staan en weinig insecten vangen, kun je af en toe een klein insect (zoals een vlieg of spin) voeren. Geef nooit kunstmest of ander plantenvoedsel.

Luchtvochtigheid

Veel soorten houden van een hoge luchtvochtigheid. In een terrarium of kasje doen ze het vaak beter. Besproei de bladeren niet te veel, want stilstaand vocht kan schimmel veroorzaken.

Rustperiode

Sommige vleesetende planten, zoals de Venus vliegenval en Sarracenia, hebben een winterrust nodig. In de herfst sterven sommige bladeren af en de groei vertraagt. Zet de plant dan koeler (rond 5-10°C) en geef minder water. In het voorjaar begint de groei weer.

Met deze verzorging blijven vleesetende planten gezond en kunnen ze jarenlang insecten vangen.